Blog van de Praktijk Liv

Ik wil de blogs van Anne graag per e-mail ontvangen!



Koudwaterzwemmen


Als de grootste koukleum aller tijden dacht ik vroeger, mensen die in de winter in natuurwater zwemmen zijn óf gek, óf hebben andere genen dan ik. Onvoorstelbaar was het voor mij, dat dit mogelijk zou zijn. Bij het idee alleen al kreeg ik koude rillingen. Als kind al kon ik niet tegen kou. Als mijn ouders bijvoorbeeld in de winter wilden wandelen riep dat allerlei emoties op, tussen wanhoop en me innerlijk terugtrekken. Koude was niet mijn vriend.

Sinds een paar jaar gingen steeds meer bekenden en vrienden van me koudwaterzwemmen, en blijkbaar vonden ze het makkelijk. Ze gingen er in elk geval niet aan dood. Toen nam ik in de zomer 2022 een stoutmoedig besluit. Mijn angst voor kou wilde ik overwinnen en mezelf uitdagen iets te proberen waarvan ik altijd dacht, dat het onmogelijk zou zijn. Ik besloot, om elke dag te gaan zwemmen. Tot de herfst komt en dan de winter. Dan zou mijn lichaam het temperatuurverschil niet voelen en op die manier zou ik mijn lichaam misschien om de tuin kunnen leiden. Dan zou ik wel zien hoever ik kom. Het was een theorie, die nog te bezien viel.

In de zomer begon ik alvast, niet meer via de ladder het water in te klimmen, maar gewoon te springen. Plons. Het schijnt, dat dan niet elke zenuwcel in de huid apart aan de kou moet wennen. Had ik nooit eerder gedaan, koukleum ook in de zomer. Dit was mijn eerste overwinning.

Omdat ik elke dag ging zwemen, kwam ik in een soort routine terecht. Het was een kwestie van niet nadenken, gewoon doen. Fietsen, kleren uit, springen, zwemmen. Afdrogen, kleren aan, naar huis fietsen.

En het werkte! Ik hield de formule aan minuut per graad. Bij 10 graden maximaal 10 minuten zwemmen. Maar ik luister altijd naar mijn gevoel en lichaam en zwem vaak ook wat korter. En ik moest blijven zwemmen. Andere mensen staan in het koude water, maar dat werkt voor mij niet. Mijn lichaam reageert namelijk met paniek op de kou, en dan zou ik het geen 10 seconden uithouden. Als ik zwem beweeg ik, en mijn lichaamsgeheugen is dan gericht op genieten en overgave aan de grootsheid van de natuur.

Het was een boeiend proces, ik ging door allerlei lagen heen. Eerst het uitschakelen van de gedachtes dat het niet kan of te moeilijk is. Dan de eerste reacties op de kou. De koude handen en voeten, de schrik van het hele lichaam, het snijdende gevoel op de huid, angst. Mijn oer-reactie was wegwezen. Maar daar gaf ik niet aan toe, ik richtte me op het zwemmen, het water en de mooie omgeving.

Toen de watertemperatuur onder de 12 graden zakte, ervoer ik na het zwemmen een duizeligheid, die met de weken verdween. Door de verdoofde en rode huid na het zwemmen voelde ik de kou niet zo. Dat is handig, zeker met die koude wind. En dan begint alles te tintelen. Heerlijk. Ik kocht uggs achtige winterschoenen, want veters strikken met die stijve vingers bleek onmogelijk. En toen werd het water 10 graden, toen 8 en uiteindelijk 5. Het koudste water waar ik vorig jaar in gezwommen heb was 4.1 graden, maar meestal was het rond de 5.5 graden.

Gedachtes als: dit kan ik niet, dit is echt te koud en alle andere smoesjes als: vandaag even niet want het regent, of de wind is te sterk heb ik allemaal kunnen overwinnen. Dat heeft me sterker gemaakt, lichamelijk, maar vooral mentaal.
Ten allen tijde voelde ik in het water een diepe verbondenheid met al dat is. Een spirituele ervaring, elke dag opnieuw. Ook een gevoel van vrijheid, ik kan dit, mijn lichaam kan dit, ook in eventuele noodsituaties. Ik wist nu zeker dat ik niet meteen dood zou gaan als ik in ijskoud water zou vallen of moeten springen. Deze vrijheid gaf ruimte, innerlijke rust en evenwicht.
Ook fysiek was het sterkend, ik was geen een keer ziek. Vooral was het het beste middel tegen depressie. Ik zou het koude water nog gaan missen als de lente komt. Vanaf januari ben ik een aantal dagen niet gaan zwemmen, maar in principe ben ik de hele winter doorgezwommen.

Dit jaar dacht ik, ik weet nu dat ik het kan, hoef ik niet meer zo fanatiek te doen. Maar toen ik in november na twee weken niet zwemmen weer in het koude water sprong, wist ik niet wat ik meemaakte. De kou beet in mijn lichaam en ik kon me moeilijk ontspannen. Was ik vergeten hóé koud het was? Hoe deed ik dat vorig jaar? Toen wist ik het. Dan maar weer elke dag zwemmen.

Het is zo fijn om elke ochtend even in de natuur te zijn. Op een ochtend was er veel mist. Toen ik bij mijn zwemplekje kwam was de overkant van de plas niet te zien. De sfeer en het licht was als in een Japans sprookje. Zo mooi. En in dit sprookje mocht ik duiken. Terugzwemmend kon ik de oever niet eens zien. Pas na een tijdje zwemmen de contouren en pas later herkende ik de plek. Wat een avontuur om zwemmend even in het nergens verdwenen te zijn, en dan volledig op intuïtie zwemmend de weg terug te vinden.
Of zwanen, die over het water vliegen. Een prachtige zonsopgang, een mooi roze gekleurde hemel, het spiegelen van het riet op het gladde water, de volle maan door de bladloze bomen zien schijnen, een boom vol met kraaiende kraaien in het donker, al deze gewaarwordingen laten me stil worden van binnen. Dan voel ik me dankbaar en diep verbonden met de natuur, met moeder aarde, met al dat is. Het geeft me een intens gevoel dat ik leef. Ik voel me gezegend dat ik dit, elke ochtend weer op een andere manier, mag ervaren.

Kaarsje branden


Vorig jaar rond deze tijd zat ik in een prachtige flow. In maart zou de vijfde editie van het Brazilian Dance Festival plaatsvinden. Ik had een Golden pas gekocht, gewoon om mezelf te verwennen. Drie dagen workshops bij werelds beste zouk dansers en vier avonden heerlijk dansen. Ter voorbereiding op dit festival was ik in de herfst ervoor begonnen weer danslessen te nemen.

Ik was al bezig mijn kleding uit te zoeken, had me verwend met twee paar nieuwe dansschoenen en zat al te denken wie ik allemaal tegen zou komen. De zouk community is een internationaal gemeenschap dat wereldwijd bij festival en evenementen bij elkaar komt. Overal kom je dezelfde mensen tegen. Ik was er klaar voor heel veel nieuwe dingen te leren. Ik was een en al voorvreugde. Op de dag van het eerste feestje, 12 maart, kwam ineens het bericht dat er geen evenementen met meer dan 50 mensen mochten plaatsvinden. Het festival werd een paar uur van tevoren afgeblazen, want er zouden een paar honderd mensen komen. Een paar dagen later hadden ze het over een lockdown, maar het viel wel allemaal mee, want die zou alleen tot 27 maart duren. Daarna hadden we ons leven weer terug. Ja, ja.

Toen waren er waarschijnlijk nog veel mensen, die dit geloofden, maar mij was al meteen duidelijk dat dit het begin van het einde was. Er begon een innerlijke reis zoals ik die nog nooit eerder heb meegemaakt. Daarover misschien een andere keer meer.

Maanden had ik naar deze dag toegeleefd. Nu was het eindelijk zover. Ik was echt goed voorbereid. Ik was al bezig geweest mijn tas te pakken voor een heerlijke avond dansen. En nu dit. Ik was boos. En ook wanhopig. Op dat moment, 12 maart vorig jaar, besefte ik, dat mij alles werd afgepakt. Dansen is voor mij levensvreugde, genot en verbinden. Primaire levensbehoefte. Gaat daar iemand anders dan ik over? Ik was werkelijk verbijsterd.

Nu, een jaar verder, wordt er geen volgende editie van dit prachtige festival georganiseerd. Dansen bestaat niet meer. Levensvreugde was vroeger. Wat mij betreft roepen we 12 maart uit tot nationale rouwdag. Ik ga vrijdag een kaarsje aansteken. Doe je mee? We gaan een lichtje branden voor onze vrijheid. Voor onze levensvreugde. Voor verbinden en dansen. Voor het echte leven.

Vrij zijn


Je mag van deze tijd zeggen wat je wilt, over een ding zijn we het allemaal eens. De gebeurtenissen van de laatste maanden hebben iedereen uit zijn gewone doen gehaald. Deze tijd heeft ons geconfronteerd met gevoelens en angsten zoals we die nog nooit eerder op zo'n grote schaal hebben ervaren.

Een persoonlijke crisis, een innerlijke strijd, pijn of verlies maakt iedereen eens mee en dit is een onlosmakelijk onderdeel in een mensenleven. Zo leren we onszelf beter kennen, zien we onze schaduwkant onder ogen en komen we er gesterkt en wijzer uit. We sterken ons emotioneel en geestelijk immuunsysteem. Iedereen heeft dit op welke manier dan ook meegemaakt.

Nu zitten we in een periode waarin we allemaal samen, alle mensen op de aarde tegelijk, door een dergelijk transformatieproces gaan. Het is beangstigend. Het is pijnlijk. Het verwijdert ons van elkaar. Het maakt ons verdrietig en wanhopig. We voelen ons hulpeloos en machteloos. Misschien boos. Het ontneemt ons basiszekerheden. Zekerheden die altijd vanzelfsprekend leken, zó vanzelfsprekend dat we er niet eens over hebben nagedacht. En het raakt ons diepste kern. Iedereen van ons. Wereldwijd. Terwijl het ons tegelijk overkomt voelen we ons alleen hierin. Het lijkt alsof er niemand is die kan steunen, bemiddelen, bemoedigen. Een soort wereldwijd groepstrauma.

Terwijl iedereen op een andere manier in dit proces staat en dit trauma op zijn of haar manier probeert te verwerken of het probeert te ontkennen, verwijderen we ons van elkaar. Omdat de ander er anders in staat. Omdat de ander het anders ziet. Een andere waarheid heeft. Er anders mee omgaat. Daardoor raken we steeds meer van elkaar verwijderd en wordt de pijn steeds groter. Er is een kloof ontstaan, die onoverbrugbaar lijkt. Terwijl we juist zo'n behoefte hebben aan steun, nabijheid, begrip, warmte en liefde.

Door een individuele crisis in het verleden hebben we geleerd, dat we veel pijn aan kunnen en deze kunnen transformeren tot kracht en wijsheid. Hoe meer we ons overgeven aan alle aspecten van de crisis, hoe sterker we eruit voortkomen.

Wat als we nou de wereldwijde crisis, even los van de oorzaak, als een dergelijk transformatieproces zouden zien? Als we zien, dat de oerangsten, het onbegrip voor elkaar en de verwijdering er juist zijn om getransformeerd te worden tot wereldwijde veiligheid, begrip en verbondenheid? Wat als we er met z'n allen gesterkt en verlicht uit naar voren komen?

Want eerlijk is eerlijk. Zoals wij mensen samen op moeder aarde leefden was het niet meer lang goed gegaan. Misschien is deze tijd juist een grootse kans om onze vastgeroeste gewoontes liefdevol en met respect voor elkaar en moeder aarde te doorbreken en samen op deze prachtige pulserende planeet te leven.

Ik ben na een aantal moeilijke maanden vol wanhoop, verdriet en moedeloosheid erachter gekomen dat het geen zin heeft anderen te overtuigen. Iedereen die kennis wil opdoen en de zaken wil doorgronden kan alles vinden in het oneindige geheugen van het wereldwijde web, dat dagelijks gevoed wordt met meer en meer informatie.

Ook al staan we anders in dit proces, moeten we ons juist verbinden, elkaar steunen, naar elkaar luisteren, elkaar vasthouden en liefhebben. Veel belangrijker dan gelijk krijgen is in mijn ogen verbinden. Dus ons aan onze persoonlijke processen wijden, onze angsten doorvoelen en overstijgen. Ons hervinden en het echte leven leven, in de natuur, samen met vrienden, met geliefden, door boeken te lezen, te mediteren, met alle emoties en struggelingen die erbij horen. Zo maken we ons sterk en vrij. Zo helen we onszelf en de aarde. En dat zal een uitwerking hebben op alles en iedereen. Op moeder aarde, en moeder aarde straalt dit uit naar het hele universum.

Vertrouwen


Met een lieve vriend was ik op de Dam, om geblinddoekt mensen te huggen. Of eigenlijk gehugd te worden.

Van tevoren had ik geen idee, of ik dit eng of juist leuk zou vinden. Ik had een mooi bord voorbereid, kreeg een blinddoek omgedaan en daar stond ik dan met mijn armen wijd. Al vrij snel kreeg ik een eerste hug. 'I trust you' zei ze. Dat vond ik een geruststelling. Niet dat ik daar uren sta en er niets gebeurt.
blind-hugs-anne-troike
Ik kon de intentie voelen, waaróm iemand mij een knuffel gaf. Sommigen wilden mij laten voelen, dat zij mij vertrouwen en waarderen, dat ik dit durf. Sommigen gaven gewoon een korte knuf in een haastige weg van A naar B. Sommigen kwamen echt voor zichzelf, omdat ze gewoon behoefte hadden aan een knuffel: 'Thank you, I just needed that'. Ik hoorde zinnen als 'You are brave' en 'This is a canadian hug'. Iemand bedankte mij hartelijk en zei, dat hij mij een goed leven wenste. Of een man, die langer bleef huggen dan hij zelf verwachtte en zei 'This was actually a quite nice hug'. Of een vrouw die zei 'The world needs more people like you!' en nog vele, vele meer. En sommigen zeiden gewoon niets. Het was ontroerend, wat mijn openheid en kwetsbaarheid in anderen teweeg bracht. Maar wat mij het diepst raakte was wat het met mezelf deed.

Omdat ik niets kon zien, was er geen vorm van oordeel. Ik zag niet hoe de mensen naar me keken. Ik zag ze niet twijfelen en verder lopen. Ik kon me niet afvragen, waarom iemand zonder knuffel verder liep. Ik kon ook niet denken, oh van die wil ik liever geen knuffel. Nee, ik voelde alleen de actie zelf. De energie van een mens, die plotseling in mijn energieveld stond en zijn of haar kwetsbaarheid deelde met mijn kwetsbaarheid. Het was een knuffel van hart tot hart, en mijn hart werd steeds zachter en groter. Steeds meer kon ik mijn hart openen, en steeds meer konden de mensen, die mij omarmden, hun hart openen. Ik voelde me met iedereen verbonden, niet alleen van hart tot hart, maar zelfs van ziel tot ziel, en dat wij allemaal gelijk zijn. Dat wij allemaal verbonden zijn, een groot geheel. Het voelde alsof ik de hele wereld omarmde, het hele universum. Ja, dit raakte mij, en terwijl dit tot me doordrong, bleven de mensen me huggen. Ze bleven steeds langer bij me staan, want ze voelden mijn rust, mijn stilte en mijn licht. Mijn vertrouwen. Het was, alsof zij er even in gingen baden en lieten dit eenheidsgevoel tot zich doordringen.

Een vrouw moest mij van haar kind vragen, of dit mijn boodschap aan de wereld is in stilte, en niet met schreeuwen. 'Ja, zo kun je het ook zeggen', zei ik. Ja, dit is een boodschap van vertrouwen en liefde en dat wij allemaal gelijk zijn. Allemaal.

Nadat mijn vriend ook deze prachtige ervaring heeft mogen maken hebben we nog een hele tijd bij elkaar gezeten. We waren er stil van. Er waren geen woorden, die nog iets aan deze ervaring konden toevoegen. Eigenlijk zou iedereen dat een keer moeten doen. Dat zou ons vertrouwen in elkaar verdiepen en ons helen. Misschien kom ik jou een keer tegen? Dan krijg je van mij een warme hug!

Bekijk hier de video!

Tijd


Al jaren heb ik het gevoel, te weinig tijd te hebben en de dingen, die ik moet doen niet af te krijgen. De laatste paar weken is dit gevoel de pan uit gerezen. Ik werd knettergek van mijn to do lijst en besefte, dat het onmogelijk was, die af te krijgen, terwijl daar geen gekke of overbodige dingen op stonden. Integendeel, voor mijn gevoel was dit levensnoodzakelijk en ik had werkelijk geen idee, wat ik weg kon laten.

Het weten, wat er allemaal nog te doen stond, veroorzaakte een enorme stress in mij. Ook al snap ik mentaal, dat ik nou eenmaal maar één ding tegelijk kan doen en dat ik dat, wat niet af is, ook morgen nog kan doen, kon ik de spanning die mij dit opleverde, niet loslaten. Ik liep achter de feiten aan, wat uiteindelijk nog meer tijd en werk kostte.

Toen dacht ik dit op te lossen door dan maar nóg harder en vooral langer te werken. Dat maakte de to do lijst inderdaad korter, maar ik had geen tijd meer voor mezelf. Ik nam geen tijd te ontspannen en raakte daardoor nog meer overwerkt en oververmoeid. En ik begon zelfs lichamelijke tekens te vertonen. Een ding was duidelijk, zo kon het niet langer doorgaan.

Afgelopen week had ik een afspraak. Ik dacht op tijd de deur uit te zijn gegaan, maar onderweg besefte ik, dat ik het niet ging halen. Vanaf dat moment zat ik diep in de stress. Ik wist, dat ik niets aan deze situatie kon veranderen, maar kon me er ook niet bij neerleggen. Mijn lichaam reageerde met zweten, hartkloppen en enorme onrust. Ik voelde me zo machteloos. Mijn hoofd zei steeds opnieuw, Anne, ontspan, je kunt er toch niets aan doen, de stress verandert niets aan de situatie. Maar mijn hoofd kon niet op tegen de heftige, irrationele emotionale reactie. Op het laatste stuk, bij een temperatuur boven de 30 graden, brak er iets in mij. Ik brak in tranen uit en mijn keel verkrampte van de opgestapelde energie.

Dit was het kantelpunt. Nooit meer wilde ik dit moeten voelen. Nooit meer zou ik mezelf dit aandoen. Ook al heb ik dat al zo vaak tegen mezelf gezegd, nu kon het gewoon echt niet meer.

Die avond ging ik dansen. Ik hou van dansen en van het verbinden met andere mensen in de dans. Maar die avond kon ik dat niet, ik kon mezelf niet eens voelen. Dat ken ik helemaal niet van mezelf. Ik was wanhopig. Het was, alsof de grote stroperige muur met alles wat MOET groter werd dan ik, me in zijn macht nam en overheerste. Ik stond daar, alleen, tussen al die dansers, die zo vrolijk aan het rondspringen en genieten waren. Ik wist, dat achter deze verdoving een gevoel zat, maar ik kon er niet bij. Toen nam iemand mijn hand en ging zachtjes met mij meebewegen. Ik nam zijn hand en legde die op mijn hart. Nu eindelijk kon ik voelen, het was heel veel pijn. Ik moest huilen, en alle spanning en wanhoop en verdriet stroomden eruit. Mijn hart brak open. Het was verruimend. Mijn hart werd groot, als een grote lichtbol. Ik besefte, dat er geen kracht bestaat, die mij kan besturen. Ik besefte, dat ik het allemaal zelf had gedaan, al die jaren. Ik besefte, dat ik vrij ben en alleen maar liefde. Er verschoof iets in mij. In mijn hoofd weet ik al zo lang, dat er in feite geen dualiteit bestaat, maar ineens kon ik het voelen. Ik begreep niet, waardoor het ineens tot me door kon dringen, tegelijk begreep ik ook niet, waarom het nooit eerder tot me door was gedrongen. Ik voelde dat dit geïntegreerd werd in mijn systeem. Wow, wat een verademing. Ik wist, dat mijn leven nooit meer hetzelfde zou zijn.

Ook al vind ik moeilijk in woorden te vatten, wat er die dag gebeurde, merk ik enorme veranderingen op. Ik ben meer in mijn rust, in het moment en laat me niet meer gek maken van de lineaire tijd of mijn to to lijst. Ik maak bijvoorbeeld mee, dat ik zonder er moeite voor te doen ineens op tijd ben, zelfs te vroeg. Dat is ongekend. Mijn vrienden weten dat. De moeiteloosheid waarmee zich dit voltrekt vertelt mij, dat de verschuiving op een diepere laag heeft plaatsgevonden en nu in evenwicht is geraakt. Het voelt als thuiskomen. In mezelf, in het hier en nu, in het Goddelijke bewustzijn. Tegelijk is het het meest vanzelfsprekende dat er is. Alsof ik tijdelijk was afgedwaald en nog geen toegang had tot dit innerlijke weten. Ik voel diepste dankbaarheid.

Stoppen met suiker


Iedereen van ons weet dat suiker niet gezond is. En toch eten wij het allemaal. Suiker in de thee, suiker in de koffie, suiker in het koekje. Suiker in het brood, in de pizza, in de kant-en-klaar maaltijd. Hoezo doen we dat eigenlijk en waarom is het zo lastig om te stoppen met het eten van suiker?

Zoete smaak ervaren we als prettig en verwennend. Het zit al in moedermelk en geeft ons een gevoel van geborgenheid. De zoete smaak zit ook van nature in ons eten. Door het toevoegen van nog meer suiker hebben we onze smaakpapillen overprikkeld en verdoofd. Door te stoppen, suiker aan ons eten toe te voegen, kunnen we de oorspronkelijke gevoeligheid weer terugwinnen.

Al jaren wil ik graag stoppen met het eten van onnatuurlijk veel suiker, maar al jaren lukt het me niet. Onlangs zag ik een interview met Anastasia Zampounidis, dat me enorm inspireerde en innerlijk mijn besluit liet nemen. Ik wilde definitief stoppen, maar toen ik was nog niet zover.

Eerst wilde ik bewust afscheid nemen, alles nog een keer gegeten hebben, waar ik zo veel van houd. Bewust ervan genieten, want het zou de laatste keer in mijn leven zijn. Nou, dat heb ik gedaan. Ik heb mijn lievelingstaarten gebakken, in Duitsland mijn lievelings 'Kuchen' gekocht, waar ik veel herinneringen van mijn kindertijd aan heb en gewoon alles aan lekkernij gegeten, wat op mijn pad kwam. Ook heb ik alle suikerhoudende voeding opgemaakt, die ik nog in huis had. Want ja, weggooien is ook zo zonde. En zo had ik nog een aantal heel aannemelijke smoesjes. Maar nu raken de smoesjes op en het moment van de waarheid komt steeds dichterbij. Ik ben moed aan het verzamelen. En heb nu ook de dag bepaald. Maar daarover later meer.

Uit ervaring weet ik, dat het lichamelijke afkicken van toegevoegde suiker ongeveer 3 dagen duurt. Het emotionele afkicken duurt langer. Dat mijn lichaam echt snapt, dat er geen snelle suikers meer binnenkomen, gaat maximaal 3 weken duren. Deze drie weken wil ik helemaal geen suiker eten. Ook geen gedroogd of vers fruit of honing. Daarna ga ik rustig weer opbouwen naar natuurlijke suikers in een gezonde hoeveelheid. Als ik daar dan überhaupt nog behoefte aan heb.

Ook weet ik uit ervaring dat het lichaam uiteindelijk een andere manier vindt, de suikerspiegel op pijl te houden. De oorspronkelijke, natuurlijke manier, die we door het eten van toegevoegde suikers ontwend zijn. Net zoals mijn lichaam zonder nicotine en alcohol kan leven, zo gaat hij ook weer leren zonder suiker te leven.

Vrienden vragen mij, waarom ik ermee wil stoppen. Ik kan het toch hebben, zeggen zij. Maar dat is niet zo. Misschien ben ik niet dik, maar dat betekent nog lang niet, dat suiker gezond is voor mij.
Ik wil graag stoppen uit gezondheidsoverwegingen. Snelle suikers zijn lege suikers, zij bevatten geen voedingsstoffen. Het lichaam kan er niets mee. Als het lichaam ondervoed raakt door het eten van voedingsstoffen zonder waarde, sluiten de cellen zich af voor de snelle suikers en laten ook de waardevolle suikers niet meer binnen. Dat is het begin van Diabetes Mellitus 2. Zover wil ik het uiteraard niet laten komen.

De schommelingen van de suikerspiegel in het bloed zorgen niet alleen voor een constante achtbaan van de energielevel van het lichaam, maar ook voor schommelingen van de stemming. Van een kort euforisch gevoel gaat het na een half uur alweer naar een gevoel van leegte. Ik ben dan slecht gehumeurd of zelfs prikkelbaar. De laatste jaren besef ik steeds meer, hoe afhankelijk ik van de suiker ben op emotioneel vlak.

Het verlangen naar eten, dat ik me normaal niet zou gunnen, een gevoel, mezelf te verwennen of niet tekort te komen, houdt me een groot deel van een dag bezig. Naast een opgezwollen buik en de energieschommelingen is dit voor mij persoonlijk de meest belangrijke reden om te stoppen met suiker. Ik ervaar het als gestoord eetgedrag. Het is een verslaving. Het stoppen met suiker hoort bij mijn proces van zuivering. Ik wil me niet alleen zuiveren van schadelijke stoffen, maar ook van afhankelijkheid, verslaving en dwangmatig eetgedrag.

Ja, ik ga stoppen met suiker! Dat doe ik op de dag van de zomerzonnewende. 21 juni, de langste dag van het jaar, wordt voor mij de eerste dag zonder suiker. Voor deze dag heb ik gekozen, omdat ik altijd even stilsta tijdens dit soort momenten. Er verschuift iets in de kosmos, en van deze energie van verandering maak ik graag gebruik. Deze keer ga ik er dus extra voor zitten en de tijd nemen voor deze verandering in mijn leven.

Mag ik je uitdagen met mij mee te doen? Ik hou een blog over mijn suikervrij leven bij, hier kun je mij volgen.

Positief en negatief


Soms doet iemand vervelend tegen ons. Of liegt. Of reageert zijn woede of frustratie op ons af. Of wil ons overheersen. Wij ervaren dat als negatief. Het raakt ons, maakt vaak iets in ons los. We vinden dat vervelend en willen liever, dat alles positief was. Maar willen we dat echt?

Positiviteit streeft iedereen wel na, maar ergens vinden we het ook hartstikke saai. Stel je voor: Je leven loopt op rolletjes, je hebt je droombaan en leeft samen met je droompartner, je salaris staat elke maand op je bankrekening, je hebt de leukste vrienden, tijd voor je hobby, mensen op straat zijn altijd aardig tegen je, je mist nooit de tram, je auto start altijd, de zon schijnt elke dag op en je weet je in je vrije tijd altijd te vermaken. Baahh, wat is dat saai! Of niet?! Het is net als na de leukste vakantie. Dan verlang je weer terug naar je huis, je baan en je gewende paden van het dagelijkse leven. En naar nieuwe uitdagingen.

Zijn we dus wél op zoek naar wrijving, twijfel, problemen, spanning, ruzie? Ik denk van wel. Want op die manier kunnen we uitvinden, wat er nog beter zou kunnen in ons leven. Door pijn of onzekerheid te voelen groeien we. We krijgen inzichten en raken bevrijd van onze beperkingen.

Ik hoorde iemand weleens zeggen 'Ik hou niet van negativiteit'. Maar als we die buitensluiten, roepen we ze juist op ons af! Omdat de tegenpolen elkaars beste vriendjes zijn en elkaar altijd blijven aantrekken. Ze horen bij elkaar. Ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, net als de twee kanten van een munt.

In mijn eigen leven ben ik ook niet zo'n fan van negativiteit. Maar ik ben gestopt me af te vragen, of iets positief of negatief voor mij is. Ik deel niet meer in in goed of slecht, ik heb er geen oordeel meer over. Het is een ervaring, die mijn leven verrijkt. Ik leer er altijd iets van. Dat heeft mijn leven wel een stuk makkelijker gemaakt. Het scheelt me een hoop geklaag en verzet en ook angst. Ik zeg dan, kom maar op. Ik zeg, het komt toch zo als het komt. Ik zeg, ik geef me over.

Het scheelt me vooral een hoop spanning, het gevoel, constant gestresst te zijn. Ik ben erachter gekomen, dat het idee, ook maar íets te kunnen controleren of sturen, een illusie is. Ook kan ik vanuit mijn relatief beperkt bewustzijn helemaal niet inschatten, wat vanuit het grote geheel gezien het beste voor mij in deze situatie zou zijn. Dus geef ik me over.

De rust, die ik daarvoor terugkrijg is zo heerlijk en verruimend. Ik geef me over aan het moment, het Goddelijke Nu, waarin alles perfect is. Wat een bevrijding.

Ecstatic Dance


Zondag ging ik dansen. Toen ik de ruimte betrad, voelde ik me kwetsbaar. Ik richtte mijn aandacht op mezelf, zodat ik mijn eigen energie kon versterken. Anders zou ik misschien teveel opgaan in iemands of de groepsenergie. Ik moest eerst weten, waar ik zelf eigenlijk stond.

Na de ceremonie kon ik dansen vanuit mijn eigen energie, mijn eigen gevoel. Toen voelde ik expressie stromen, geïnspireerd door de tedere en intense muziek. En tegelijk voelde ik een behoefte, diep van binnen, om te kunnen leunen tegen iemand, een man, iemand, die mij even vasthield, misschien zelfs droeg. Ik voelde de behoefte, om me te kunnen laten vallen en opgevangen te worden. Terwijl ik dit voelend danste, voelde ik iemand achter me. Of was het de wens, iemand achter me te voelen? Dansend draaide ik me, en inderdaad, er danste iemand, die naar me keek. Iemand, die ik vaak had gezien en die me op de een of andere manier aantrok, vanaf de eerste keer dat ik hem zag. Maar ik had altijd de indruk dat hij me op een afstand hield. Of helemaal niet waarnam. Nu zag hij me. En bij de volgende draai keek hij nog steeds naar mij. Ik opende me energetisch en maakte dansend contact met hem, teder, voorzichtig, speels.

Eerst ging ik via mijn gevoel in verbinding. Ik dans dan met mijn ogen dicht. De verbinding is dan heel sterk en ik kan me makkelijker overgeven. Ik raakte in een soort trance. Toen ik na een tijd mijn ogen opende en hem in zijn ogen keek, mooie ogen, wow, ontstond er een nieuwe vorm van verbinding. Heel direct, heel dichtbij. Ik voelde vreugde. Ik straalde. Hij straalde. Zijn stralen raakte me en versterkte mijn stralen. En op die manier tilden wij elkaar op en gingen nog dieper in de verbinding.

Ik voelde ook zijn mannelijke energie, het tegengewicht dat hij bood, hoe hij me leidde en liet draaien. Zo fijn om me daaraan over te geven. En toen kwamen we dichter bij elkaar. Mijn hart voelde zijn hart. Zijn hart voelde mijn hart. De verbinding was direct. Ik voelde zijn zuiverheid en openheid, het voelde zo liefdevol en daardoor voelde ik me gedragen. De laatste dagen had ik me zo niet gedragen en niet gezien gevoeld, had de pijn van de afgelopen maanden moeten voelen, en ineens zag iemand me, die me niet kende en niet eens wist, hoe ik heet of hoe mijn stem klinkt of welke taal ik spreek. Het raakte me, en mijn hart ging open. Het was zo fijn. En vanaf dat moment dansten we met open harten met elkaar.

Ik nam hem bij de hand en mee naar de bar. We gingen thee inschenken en op kussens op een bank dicht bij elkaar zitten. De bassen van de muziek dreunden op de houten leuning van de bank, het deed pijn aan mijn hoofd. Dit was het moment van de boemboem muziek, die ik toch meestal mijd. Het was dus het juiste moment om te gaan zitten. In een innige omhelzing, zonder woorden, zaten we daar een tijdje en dronken we onze thee. Het voelde vertrouwd en vanzelfsprekend en dichtbij en liefdevol. En daarna gingen we weer de dansvloer op en dansten we wederom samen. Nu wat energieker, en maar draaien. Het laatste lied was Aicha, een Engelstalige versie. En dan stilte. We stonden in een omhelzing. We lagen bij elkaar in een omhelzing, mijn hoofd op zijn schouder, dicht bij elkaar.

Elke keer is het dansen weer anders, elke keer is het weer nieuw. Dit is nog nooit eerder gebeurd. De twee uurtjes dansen met één persoon. Wat een mooie reis samen. Wat een mooie verbinding. Ik voelde me diep dankbaar.

Identificeren met problemen


We hebben allemaal veel meegemaakt in ons leven. Moeilijke en mooie dingen. Dit alles heeft ons gevormd tot wie we nu zijn. In die zin zijn deze dingen een deel van ons. Maar we zijn niet onze ervaringen. Ze definiëren ons niet. En we hoeven ze niet eindeloos te herhalen om onszelf en anderen te bewijzen wie we zijn. Het zijn niet onze ervaringen die ons bestaansrecht geven.

Deze ervaringen zijn een belangrijke les, we konden ons erin spiegelen. Het is belangrijk om erover te praten zolang het ons bezighoudt, want zo komen we tot inzichten. Soms moeten we zelfs hulp zoeken. We leren van deze ervaringen, maken ons eigen wat we bij ons vinden passen en laten vooral los wat we niet meer nodig hebben.

Naar mijn mening is het heel belangrijk om traumatische ervaringen te doorvoelen en niet weg te drukken. Maar het is even belangrijk om ze dan ook weer los te laten. Als we dat niet doen, maken we deze ervaringen tot onze identiteit. Dan gebruiken we ze om ons ons interessant of iets waard te voelen. En bovenal hebben we ze nodig om ons 'goed' te voelen. Ze geven ons bestaansrecht. Maar ze kosten ons ook energie. Ze houden ons gevangen. We raken eraan verslaafd.

Dan hebben we de problemen nodig om ons eraan te wrijven. Of om anderen de schuld van iets te geven. Terwijl we klagen, zijn we vergeten hoe het is om eenvoudig te zijn. We zijn vergeten alles te nemen zoals het is en hoe het komt. We zijn vergeten om te vergeven. We zijn vergeten om in het moment te zijn in plaats van ons zorgen te maken over wat er morgen zal zijn. We zijn vergeten hoe het is om in stilte te zijn. We zijn vergeten van de kleine dingen in het leven te genieten en om ons gewoon gelukkig te voelen. Hoewel we diep in ons hart naar niets anders dan dat verlangen. Wat in godsnaam maakt het dan zo moeilijk om deze stap te nemen en ons gewoon gelukkig te voelen?

Misschien is het de angst om in de stilte niet meer het eigen gekwebbel te horen. Misschien is het de angst om geen controle meer te hebben. Misschien is het de angst om op te lossen, niet meer te zijn. Misschien is het de angst, zonder wrijving en geklaag niets meer te voelen. Misschien geeft ons dit allemaal een bepaalde houvast zonder dat we er ons van bewust zijn. Misschien voelt het gewoon heel onwennig.

Misschien is het ook simpelweg een beslissing om geluk toe te staan. Zullen we het gewoon maar proberen? Vandaag nog?

Dertien


Wat zijn we toch ontzettend bang voor het getal 13! De macht ervan is groots en lijkt buiten onze invloed. Vrijdag de dertiende is het toppunt van ongeluk. In mijn dertiende blog wil ik je graag meenemen op een kleine excursie over dit heilige getal.

Het zonnejaar werd door de Soemeriërs, net als een cirkel, in 360 graden ingedeeld en in 12 gelijke stukken van 30 gehakt. Er werd dus een systeem om ruimte in te delen toegepast om tijd in te delen. Daardoor werd tijd lineair in plaats van cyclisch. Dit systeem werd in 1582 door een mannelijke priesterkaste overgenomen voor de Gregoriaanse kalender, alleen om 10 dagen vervroegd.

Behalve voor het aantal maanden in het jaar wordt het getal 12 ook in andere tellingen toegepast. Een etmaal bestaat uit 2 x 12 uur, een uur wordt ingedeeld in 5 x 12 minuten, en een minuut in 5 x 12 seconden. Ook de dierenriem in de astrologie bestaat uit 12 tekens.
Het is een kunstmatige indeling en heeft met de natuurlijke orde van tijd niets te maken. Het werd ingevoerd, om ons te verwijderen van de natuurlijke cycli van de kosmos. In plaats daarvan laten we ons leven leiden door een wijzer, die gelijkmatig voortbeweegt op een rond plaatje van 360 graden. Dit is de baas in ons leven. Het getal 12 zorgt voor een opgesloten gevoel en houdt ons gevangen in de tijd. Deze manier om tijd waar te nemen is een gebrekkige afschaduwing van de ware aard van tijd en heeft een beperkende, zelfs onderdrukkende energie.

Het heilige getal 13 is volgens de Maya's het getal van transformatie. Het is een extra schakel en sluit de voorbije periode af. Het geeft ruimte voor reflectie en daardoor voor vooruitgang. Al het nieuwe dat daaruit voortkomt is bewuster en diepgaander. Het getal 13 zorgt dus voor groei, beweging, ontwikkeling en het uitbreken uit de vaste vorm. Het ziet eruit als een spiraal. Kosmische cycli zoals de maancycli of menstruatiecycli in een jaar corresponderen met het getal 13. Daarom heeft dit getal het een vrouwelijke energie.

Vrijdag is de enige dag in de week die genoemd is naar een Godin, de Godin Freya. Vrijdag de dertiende is dus vrouwelijke energie ten top, het is dubbel. Het is de tijd voor transformatie, flow, gevoel, overgave.

13 staat dus voor stromen, ontwikkelen, dingen op ons af laten komen, overgeven, het leven omarmen zoals het is. Is dat het, wat ons zo bang maakt? Of wat ons is afgepakt?

Laten we de 13 vieren en onze vastomlijnde plannen, onze vastgeroeste patronen, onze business plannen, onze controle, onze gewoontes om de gewoontes, ons wat-er-vandaag-allemaal-nog-moet loslaten. Laten we ons overgeven en de vrouwelijke energieën uitnodigen, ons te leiden door deze prachtige zonnige dag. Doe je mee?

Het glimlachende meisje


Het glimlachende meisje is goed opgevoed. Het weet, dat het altijd moet glimlachen, want dat doet de ander geen pijn. Voor het glimlachende meisje is er geen grens, die overschreden kan worden. De wet van het moeten glimlachen geldt altijd. Of het nou gemanipuleerd wordt, vernederd, uitgebuit, verkracht, misbruikt of dat zijn ware zelf niet gezien wordt, de glimlach blijft altijd.

Het glimlachende meisje voelt zich vereerd, als het aandacht krijgt. Het voelt zich dan de moeite waard. Het interpreteert deze aandacht als liefde.

Het glimlachende meisje is een diep verankerd, hardnekkig aspekt in ons, vooral in ons vrouwen. Dit deel in ons kreeg aangeleerd, zijn ware mening of gevoel niet te uiten. Integendeel, het werd geacht bescheiden, onderdanig en duldend te zijn en alles te kunnen verdragen. Letterlijk álles. Hoe volwassen en zelfbewust wij ook mogen zijn, en hoe goed we ook weten wat goed voor ons is en wat we ervoor zouden moeten doen of juist niet doen, op het moment dat het glimlachende meisje het overneemt, krijgen we onze mond niet open, zijn we stil en glimlachen we.

Ik spreek uit eigen ervaring, ik ken dit deel in mij al te goed. En hoewel ik me op andere vlakken van diepe en pijnlijke beperkingen enorm kon bevrijden, bleef het glimlachende meisje in bepaalde situaties actief. Door een beslissing afgelopen week werd dit meisje haar macht ineens afgepakt. Toen kon ik het pas zien en voelen, glashelder. En gisteren, tijdens het dansen, kon ik het laten gaan. Het zat in mijn hart, klampte zich daar vast. Het was heel pijnlijk en verdrietig, maar het liet los. En toen kwam er een vrijheid over me heen, die ongekend was. Er was geen controle instantie meer die bepaalde, wat ik mocht zeggen of of ik het wel goed deed. In mijn hart zat ineens een volwassen stem. Deze stem mocht spreken, ook al zou het iemand anders pijn doen of niet uitkomen, wat ik te zeggen heb. Ik was vrij!

Luxe


Als luxe beschouwen we meest iets, wat heel fijn maar niet echt nodig is. Vaak is het groot of duur. Er zit iets aan, dat ons een goed gevoel geeft. We verwennen onszelf. We gunnen het onszelf. We kunnen het ons veroorloven. En we willen het heel graag hebben. Maar hebben we het echt nodig? Veel ruimte in ons huis, die we in ons eentje niet kunnen opvullen. We kunnen immers maar op één bank tegelijk zitten. Honderd paar schoenen, terwijl we maar één paar aan kunnen. Een dure vakantie, waar we opgesloten zitten in een gecreëerd eilandje, waardoor we van de oerbevolking van dit land niets meekrijgen.

Oké, er zijn mensen, die voor dit soort luxe niets hoeven te doen. Hun geld vermeerdert zich vanzelf, zij leven alleen van de rente. Maar de meesten van ons moeten er hard voor werken om zich dit soort luxe te kunnen veroorloven. Bijvoorbeeld een heel jaar zwoegen voor drie weken luxe vakantie. Hoe luxe is je leven dan eigenlijk, als je dit op elke dag van het jaar verdeelt?

Mij geeft deze vorm van luxe een leeg en schraal gevoel. Het voelt als onnodige verspilling van de schatten van onze moeder aarde. En wat voegt het toe aan ons leven? Voelen we ons daardoor een beter mens? Waarderen we onszelf daardoor meer?

Voor mij is luxe iets heel anders. Ik vind het bijvoorbeeld luxe om in mijn tuin groente te kweken en er lekkere en gezonde maaltijden van te bereiden. Of om zo vrij te zijn om geen mobiel te hebben en niet 24/7 bereikbaar te moeten zijn. Of om mijn tijd op een dag zelf in te mogen delen. Of om gewoon tijd voor mezelf te hebben, vanuit mijn innerlijke rust te kunnen leven en me niet meer gehaast te moeten voelen. Of geen spullen nodig te hebben om me rijk te voelen. Om me bewust te zijn van de volmaaktheid van moeder natuur waarvan ik een onderdeel ben.

Volgens mij gaat het niet zozeer om luxe te hebben, maar luxe te voelen. Dat maakt het grote verschil, en voor deze échte luxe heb je niets nodig behalve jezelf en het vermogen, elk moment van je leven te genieten.

Wachten


Jaren geleden had ik een relatie met een alcoholist. Ik was gek op die man, maar het was een moeilijke en complexe relatie. Op gegeven moment besefte ik, dat ik alsmaar aan het wachten was. Ik wachtte op het moment dat hij midden in de nacht thuis zou komen, op het moment dat hij weer nuchter zou zijn, op het moment dat hij zou stoppen met drinken, op het moment, dat ik hem kon bereiken. Toen ik dat een keer door had, besloot ik onmiddellijk om niet meer te wachten. Ik ging, midden in de nacht, naar mijn eigen huis en pakte mijn eigen ritme weer op. Mijn kracht en levenslust kreeg ik onmiddellijk terug.

Dit moment was een belangrijk moment in mijn leven, en ik heb vaker in soortgelijke situaties hetzelfde besluit genomen. Het was niet altijd makkelijk, maar elke keer moest ik weer aan dit eerste moment terugdenken.

De dingen op die we wachten kunnen kleine dingen zijn zoals het wachten op visite, maar ook het wachten op het juiste huis, de juiste baan of de juiste relatie. Het kan ook het wachten zijn, dat je baas eindelijk ziet hoe goed je je best doet, dat je een nietwerkende relatie beeindigt of je liefste eindelijk zijn of haar hart voor je opent.

Wat het ook is waar we op wachten, het gaat altijd om een verwachting die in de toekomst ligt en heeft altijd met iets buiten onszelf te maken, dus iets waar we zelf geen invloed op hebben. We hopen wel dat dat waar we op wachten iets in ons leven gaat veranderen. Maar hoe reëel is deze wens? Hoe waarschijnlijk is het, dat onze wens vervuld gaat worden?

Ondertussen stoppen we met leven. Het verlamt ons. Het lijkt alsof we niets kunnen doen. We maken ons afhankelijk. Het ontneemt ons onze creativiteit en het genieten van het moment. Sterker nog, we zijn niet in het moment, we zijn in de toekomst. Dus hoe zinvol is dit soort wachten eigenlijk?

Niet zinvol. Het levert niets op. Het maakt ons passief. We geven onze kracht aan iets of iemand buiten onszelf. En we stellen dingen uit.

Wat kun je doen? Niet wachten. Leef nu! Maak een keuze! Pak het op! Word actief! En dan merk je vanzelf wel, of datgene gaat gebeuren of niet. Maar dan hangt er niets meer van af. Want je hebt gedaan, wat je wilde en kon doen. Dan hoef je je achteraf ook niet te verwijten, al die tijd voor niets gewacht te hebben.

Ego maakt zenuwachtig


Toen ik nog in Duitsland muziek studeerde, had ik een medestudente, die zang studeerde. Het was een reuze vrouw, heel present en heel krachtig. Als zij haar mond open deed, had ze de mooiste alt-stem die je je maar voor kon stellen. Krachtig, warm, intens, met diepgang en heel natuurlijk. Zij was een kanaal van de harmonische kosmische klanken. Ik was altijd zeer geraakt door haar zingen en een grote fan van haar.

Terwijl ze qua niveau, net als met haar lichaamsgrootte trouwens, de andere zangeressen torenhoog oversteeg, was zij ook de meest zenuwachtige musicus die ik kende. Dat verbaasde me enorm, en ik meende ook te begrijpen, hoezo.

Zij had een zangleraar, die een heel andere aanpak had dan alle anderen in die tijd. Zij vond, dat dit de enige ware methode was, en daarom voelde zij zich beter. Zij oordeelde. Als je je beter voelt dan anderen, maak je je kwetsbaar. Dan kun je vallen van dit zelfgecreëerde illusoir voetstuk. Dan kun je bekritiseerd worden op je betervoelen, je moet je bewijzen. Het gaat dan niet meer om de zang zelf en al helemaal niet meer om de muziek, alleen nog om het presteren. In wezen zingt zij ook niet mooier dan anderen, maar anders. Want bij zang is je lichaam je instrument, je klanklichaam, en elk lichaam is anders en klingt dus anders.

Het verschil is zo miniem, maar juist zo bepalend. Want zodra het ego in het spel komt, regeert het over je. Het ego is het deel in ons, dat denkt nodig te hebben, beter te zijn dan anderen, zich af te moeten grenzen.

Als zij gewoon dankbaar was geweest, dat zij deze methode mocht leren en gebruiken en dat zij bevoorrecht was, met haar prachtige stem de mooiste muziek ten gehore te brengen, dan was zij simpelweg een kanaal geweest voor deze goddelijke muziek en een zegen voor alle luisteraars. En dan had zij geweten, dat zij een deel van het geheel is, dat zij iets mocht geven, dat anderen mochten ontvangen, en dat zij met zijn allen in de klanken van de muziek opgingen. De een geeft, de ander ontvangt. En de gever ontvangt, omdat de ontvanger liefde en dankbaarheid geeft. Met andere woorden, er is geen geven en ontvangen, alles is één.

Moeder Aarde leeft


Elke ochtend, als ik wakker word, besef ik dat ik in mijn bed lig. En dat mijn bed op de grond staat van mijn slaapkamer. En dat mijn huis op deze aardbol staat. Dat blijf ik heel bijzonder vinden. Want ik weet ook, dat deze aardbol door de ruimte vliegt, draaiend om zijn eigen as, om de zon heen, en ons melkwegstelsel om andere stelsels heen. En ook dat stelsel.... Het is voor mij onvoorstelbaar, hoe groot de ruimte is en wat er allemaal volgens een bepaalde orde beweegt.

De constante ondanks al deze beweging is, dat ik op dit moment op deze aardbol vertoef en van alles beleef in mijn leven. Hoe dan ook besef ik vaak, dat het niet vanzelfsprekend is, dat de aarde er altijd voor mij is. Ik ervaar het als een cadeau. De aarde geeft me veiligheid, geborgenheid, zij draagt me en laat me nooit vallen. Ik voel dat deze aarde leeft, dat zij pulseert, ik voel haar onbaatzuchtige liefde. Deze aarde geeft en is zo geduldig en onvoorwaardelijk voor ons allemaal. We mogen op haar lopen, haar beplanten, met beton dichtplakken, alles aanvaardt zij oordeelsvrij.

Maar wij mensen hebben niet evenveel respect voor moeder aarde als zij voor ons. We denken dat we alles kunnen doen en dat de bron oneindig is. Ook denken wij, dat zij ons eigendom is, we kopen en verkopen haar oppervlak. We boren gaten in haar, om olie eruit te pompen, laten diep in de grond atoombommen ontploffen, besproeien haar met vergif, omdat we liever bepaalde planten zien groeien dan andere planten, of omdat er bepaalde beestjes wel op de planten mogen lopen en andere beestjes weer niet. Alles hoort ons mensen te dienen. Moeder aarde draagt dit, maar heeft wel pijn. En haar herstelvermogen en kracht zijn niet onuitputtelijk.

Elke bij wijdt heel haar leven aan het bestuiven van bloemen en het maken van honing. Daarom kunnen wij dagelijks groente en fruit eten. Elke plant groeit en brengt een bloem of vrucht voort, zonder te twijfelen of een zinvraag. Van een plant kunnen we volledige overgave leren.

Ik voel zo veel dankbaarheid voor alle bijdragen aan deze volmaakte keten. Daarom voel ik ook dankbaarheid voor elk stuk groente, dat ik in mijn hand houd, elke bloemengeur, die ik op mag snuiven, en elke zonnestraal, die mij mag raken. Dit systeem zit zo ingenieus in elkaar, dit kan geen mens bedenken. Ik heb er groot respect voor en weet dat ik een onderdeel ervan ben. En dat ik het recht heb, een deel van deze overvloed te gebruiken, precies zo veel als ik kan eten. Ook dat is overgave.

En daarom ervaar ik alles, wat op brute en respectloze wijze ingrijpt op dit harmonische systeem en verspilling als pijn. En dat uit zich al in hele kleine dingen. Bijvoorbeeld als eten wordt weggegooid. Ik zie dan alles en iedereen voor me, die er met liefde en aandacht voor gezorgd heeft, dat dit eten op mijn bord terecht is gekomen. Of als een gigantisch stadion wordt gebouwd, dat na de Olympische Spelen nooit meer wordt gebruikt. Elke steen, elke plastic versiering, elke nepgrasspriet, dat dan zit te vergaan. Of elke vorm van overbodige luxe. Waarom zou ik een nieuw paar schoenen kopen, als ik nog tien of honderd paar heb om op te lopen?

Deze verspilling doet mij pijn. Mijn voeten verkrampen dan, en ik voel pijn in mijn hart. De pijn van moeder aarde raakt mij. Dan besef ik, hoe verwijderd wij zijn geraakt van wat het leven écht is. Het lopen met blote voeten op de grond, het zwemmen in de zee, het contact met lieve vrienden, het scheppen met de handen, het delen van warme en waardevolle momenten, het kijken naar de blauwe hemel, een live theater- of muziekvoorstelling, samen dansen, koken, eten en ga zo maar door. Alles wat echt is, authentiek, gevoeld, aan te raken. Ik heb de keuze gemaakt voor mezelf. Ik wil écht leven. Net als moeder aarde.

En jij?

Direct


Laatst zag ik twee honden die elkaar ontmoetten. De een was groot en bruin en moest van zijn baas zitten, zodat hij aangelijnd kon worden. Wat hij deed. De ander, klein, wit met bruine vlekken, kwispelde zo hard met zijn start, dat het bijna leek alsof zijn rug zou breken. Wat een opwinding, wat een enthousiasme, wat een levensvreugde. Op mij werkte het heel aanstekelijk.
Ook de grote hond was blij, want hij mocht nu bij het kleine hondje. Ze kenden elkaar, dat was duidelijk te zien. En wat was de begroetingssnuffel? Juist! De geslachtsdelen. Ik moest zo lachen.

Dieren zijn zo direct. Zij komen meteen ter zake. Geen eromheengedraai, geen flirten, geen ga-je-met-mij-uit-eten; nee, gewoon jij wijfie, ik manneke, jij vruchtbaar, ikke zin. De zaak is duidelijk. En ongecompliceerd.

Aan de ene kant zijn wij mensen net zo. De man, die een mooie vrouw ziet en zich door haar aangetrokken voelt, wil verleiden, overwinnen, haar in bed krijgen. Het verleidingsspel is de voldoening van de man en vaak spannender en interessanter dan dat, wat daarna volgt. En vrouwen doen er net zo hard aan mee. Vrouwen willen verleid worden, houden iemand aan het lijntje, zijn hard to get. Dat is het rekken van precies hetzelfde spelletje, maar dan andersom. Het moment van overgave, dat oh zo opwindend is. Dit spelletje is alleen spannend tot het moment van overwinning/overgave. Je leeft als het ware naar dat moment toe, bent dus eigenlijk ook niet in het moment zelf, maar in het denkbeeldige moment van straks. Daarom kost het ook energie en maakt onzeker.

Aan de andere kant kan de mens dit heel basale en zich steeds weer herhalende spelletje tussen de twee geslachten overstijgen. Door uit de dualiteit te stappen, door te stoppen met aantrekken en afstoten, door elkaar te ontmoeten op hartniveau. Dan is de spanning ervan af, dat wel. Maar daarvoor in plaats komt een diep gevoel van verbinding, van liefde, van één zijn, versmolten met elkaar en de hele kosmos. Het lijkt misschien wel heel saai, zo op het eerste gezicht, zonder doel van hét moment; maar je bent juist de hele tijd in het hier en nu. Deze gewaarwording is diep en allesomvattend. Eeuwig. De tijd staat stil en je bént de verbinding. Wat is er mooier dan dat?

Eerlijk


Op weg naar een goede vriend stap ik in de tram. Ik wil gaan zitten, maar op die plaats ligt een mobieltje. Ik word meteen gepakt door medegevoel. Wat erg voor diegene! Wat zal die schrikken, als ie erachter komt. Wat een gemis! Al je contacten, je social media, je agenda; zonder mobiel ben je tegenwoordig niets meer. Het is je verbinding met de buitenwereld.

Spontaan en op zoek naar de kortste route naar de eigenaar geef ik het aan de bestuurder van de tram. Het is een Hindoestaanse vrouw. 'Geef maar', zegt ze. En ik ging zitten op mijn nu vrije plek. Maar ondertussen bedenk ik me, dat het misschien beter was geweest, als ik dit mobieltje zelf had houden. Misschien komt er een belletje binnen, en dan ik vragen wie de eigenaar is en een afspraak maken met de gelukkige. Voordat dit mobieltje bij de verloren voorwerpen terechtkomt is de batterij al lang leeg. Zou ik het van de bestuurder terugvragen? Ik twijfelde, en deed het niet.

Aangekomen bij mijn vriend moest ik dit verhaal kwijt. 'Natuurlijk houdt zij het. Haar man gaat de code kraken, alle gegevens wissen, op Marktplaat zetten en huppekee. Het salaris van een trambestuurder is niet riant.' De tranen schoten in mijn ogen. Nee toch! Het zou toch niet?! Iedereen is toch zo eerlijk als ik?! En trambestuurders hebben toch een beroepseer hoog te houden! Ik werd geconfronteerd met veel emoties tegelijk. De eigenaar zou zijn schat nooit terugzien. Wat een ellende. Terwijl ik net nog zo blij was, dat deze binnen een paar uurtjes weer terug in zijn of haar handen zou zijn. Ik kon het niet geloven, en ik wilde het ook niet geloven, dat iemand zich zomaar iets toe zou eigenen, wat niet van hem of haar is. Wat ik het moeilijkst vond was, dat ik er altijd van uitga, dat andere mensen net zo zijn als ik. Ik vergeet het gewoon, elke keer opnieuw.

'Hou op!' zei ik. 'Niet zeggen! Dit kan niet! Ik wil niet, dat het waar is!' Ik ergerde me over mijn naïviteit en dat ik niet naar mijn gevoel had geluisterd, dat ik het niet terug had gevraagd. Ik had het letterlijk in eigen handen moeten houden.

Misschien was deze trambestuurder wél eerlijk. Misschien worden er wél regelmatig mobieltjes en tabblets en laptops ingeleverd bij de verloren voorwerpen. Ik hoop het van harte! Ik zal nooit te weten komen, hoe het daadwerkelijk is afgelopen.

En toch weiger ik, anderen te wantrouwen. Dat vind ik geen optie. Iedereen heeft een eerlijk deel in zich, een meevoelend deel, een sociaal deel, dat de ruimte en eigendommen van anderen respecteert. En ik zal altijd dat deel van iemand aanspreken, omarmen en lief hebben.

Misschien zit de les wel in heel iets anders. Misschien komt de eigenaar er wel achter, dat hij of zij dit mobieltje helemaal niet nodig heeft. Dat het leven ook doorgaat zonder zo'n ding. Dat ie dan contact maakt met anderen op een andere manier, analoog, zoals we dat vroeger deden. Toen we elkaar nog in de ogen keken en groetten op straat. Toen we nog 'Gezondheid' zeiden als iemand nieste, omdat ie geen dopjes in zijn oren had. Misschien kan ik degene wel verwelkomen in de groep van mobiel-vrije mensen. Wat denk jij?

Innerlijk Sensueel Kind


Ons Innerlijk Kind is het deel in ons, dat altijd kind blijft en nooit volwassen wordt. Dit Innerlijke Kind heeft veel aspecten, dat was mij al bekend. Er is het Gekwetste Innerlijke Kind, het Magische Innerlijke Kind en het Speelse Innerlijke Kind. Maar een kind heeft ook een seksualiteit. En toevallig of niet, wordt zowel de seksualiteit als ook het Innerlijke Kind toegeschreven aan het tweede chakra.

De seksualiteit van een kind is onderzoekend, naïef en onschuldig. Het ontdekken hiervan, soms samen met leeftijdsgenoten, is volkomen natuurlijk en zuiver. Misschien juist door deze zuiverheid heeft het kind te maken met oordelen en soms ook grensoverschrijding op vroege leeftijd. Je zou het het Seksuele Innerlijke Kind kunnen noemen.

Er is nog een ander aspect van het Innerlijke Kind, heb ik laatst ontdekt. Dat zou ik het Innerlijke Sensuele Kind willen noemen. Voor een meisje is dit het deel, dat zich mooi maakt, speelt met haar aantrekkingskracht, dat in haar sensualiteit graag betovert en ervan geniet, hierin gezien te worden. En het belangrijkste, dit deel is volkomen onschuldig. Het is het deel van de vrouwelijkheid, dat zich later leert over te geven aan de mannelijkheid in al haar onschuld. Het leert op speelse wijze de aspecten van de twee polen mannelijkheid en vrouwelijkheid kennen. Je zou het ook de prinses kunnen noemen. Elke vrouw heeft een prinses in zich, zoals mijn leraar James al zei. Het Innerlijke Sensuele Kind is vrij en zichzelf. Het is pure overgave.

Op het moment, dat ons als kind deze onschuld wordt afgepakt, bijvoorbeeld door een geilende volwassene, afkeurende opmerkingen of zelfs misbruik in welke vorm dan ook, raken we deze onschuld en onbevangenheid kwijt. Een blik of gedachte kan al grensoverschrijdend zijn. Dan krijgen we het idee, dat overgave niet goed zou zijn, of een verwachting creëert, waar wij ons dan verantwoordelijk voor zouden moeten voelen. Dat het consequenties zou hebben. Alsof wij dan verantwoordelijk zouden zijn voor de gevoelens of sensaties van iemand anders.

Toen dat tot me doordrong, dat was tijdens het dansen, kon ik het direct loslaten en was ik in complete overgave. Het was de overgave van een Volkomen Onschuldig Innerlijk Kind, het was het Meisje in mij, dat zich aan de dans met een man kon overgeven, zonder ook maar iets. Zonder angst, zonder onzekerheid, zonder gedachte, zonder zich gebruikt of gemanipuleerd te voelen, dus zonder de noodzaak, afstand te moeten houden of zich te moeten beschermen. Ik was één in de dans met de danspartner. Het voelde alsof ik water was, vloeiend. Het was gelukzaligheid. Ik was versmolten en tegelijk volkomen mezelf. Magisch.

Raken


Onlangs was ik met een goede vriend naar de sauna. Nou ja sauna, het was een reuze complex en leek wel honderd saunas en allemaal andere leuke mogelijkheden tot vermaak te hebben. Het was een hele dag van genieten, loslaten en ontspannen. En volledig in het moment zijn. Wat een traktatie!
Aan het einde van deze prachtige dag gingen we in een soort groot badje zitten. Het water was stil, de mensen die erin zaten waren stil en keken voor zich uit, het bad was prachtig mooi betegeld en het plafond leek wel een donkerblauwe nachthemel met vonkelende sterren.

Op het moment, dat ik het water raakte, gebeurde er iets met mij. Er was zo'n rust, zo'n verbondenheid, zo'n liefde in dit water. Het leek wel heilig water. Het gevoel was voor mij onverklaarbaar, want het was maar water. Ik voelde me zo verbonden met dit water, ging er helemaal in op.
Toen die vriend in het water kwam, ging ik bij hem zitten, of liggen, of zweven. Ik werd gedragen door het water. Mijn hart was compleet open, ik was verbonden in al mijn liefde met dit water, met de hele kosmos. Met hem. We zaten in een soort omhelzing, in stilte, er waren geen woorden.

In deze stilte kon ik voelen, hoe ook zijn hart zich opende en hij zich overgaf aan deze verbondenheid met alles. Wat was dit goddelijk! Ik voelde me gelukzalig, en ik was stil van binnen. Ik dacht niet meer. En als ik nog een gedachte gehad zou hebben, zou het zijn geweest: Ik wil, dat dit nooit ophoudt. En zo was het, de tijd stond stil.

Toen we na een kleine eeuwigheid besloten, weer uit het water te gaan en ik mijn ogen opende en om me heen keek, zag ik, dat al die andere mensen op dezelfde manier waren gaan zitten. Dicht bij elkaar, in elkaars armen, hoofden tegen elkaar aan, in dezelfde sereniteit en verbondenheid. Wow, dit raakte me nog dieper.

Het gevoel, dat in mij werd wakker gemaakt door het water en dat op die vriend was overgegaan, was op alle mensen in deze ruimte overgegaan. En ik zag, dat het een hele tijd geleden was, dat deze mensen in deze vorm van verbinding met elkaar zijn geweest, ook al zijn ze dagelijks bij elkaar. Het was een hele stille, bijna niet te voelen, zachte energie, en tegelijk juist heel herkenbaar voor iedereen. Het maakte mij weer duidelijk, hoe groot onze invloed is op onze vrienden, onze omgeving, alle mensen, op de hele kosmos. Net als de steen, die in het water valt en kringen laat ontstaan die steeds groter worden en uiteindelijk het hele meer raken. Het was een mooie illustratie, dat een gevoel, een gedachte, een daad, hoe klein ook, invloed heeft niet allen op onszelf en onze vrienden, maar op alles en iedereen, op de hele kosmos, de vonkelende sterren aan de hemel.

Wat of wie wil jij vandaag aanraken?

Innerlijke schoonheid


Amsterdam, de stad waar ik woon, is een multiculturele stad. 178 verschillende nationaliteiten wonen hier, en iedereen mag zijn, hoe die is. Ik heb een fascinatie voor al die verschillende culturen en mensen. Voor mooie mensen. Want iedereen is mooi, op zijn of haar eigen manier. En de flair van een andere cultuur of een andere huidskleur maakt het voor ons westerlingen fascinerend. Nou ja, ik spreek voor mezelf.

Soms zie ik mensen op straat, in de metro, in een winkel, en ben ik geraakt door hun schoonheid. Wat mij vaak opvalt is, dat zij blijkbaar geen besef hebben, hóé mooi en bijzonder zij zijn. Ik kijk juist uit fascinatie, maar zij voelen zich bekeken en ik vang gedachtes op als 'Ik weet dat ik niet mooi ben.' of 'Ik weet dat mijn dijen te dik zijn.' of 'Ik ben minder, omdat ik zwart ben.'

Het zijn bijna altijd gedachtes van minderwaardigheid of discriminatie. Terwijl ik alleen de schoonheid van die persoon zie. Hoe kan deze kloof in beleving zo groot zijn? Hoe kan het, dat zij een blik meteen als kritiek of afkeuring interpreteren? Hoe kan het, dat zij niet doorhebben, hoe mooi en prachtig zij zijn?

Volgens mij heeft het met onze opvoeding te maken. Blijkbaar hebben we als kind te weinig waardering gekregen. Blijkbaar hebben we als kind te veel kritiek gekregen. Blijkbaar werd er steeds maar dat benoemd, wat níet goed is. Blijkbaar werd er tegen ons gezegd, dat we niet mooi, slank, slim, groot, hardwerkend, interessant, grappig genoeg zijn. Blijkbaar was het nooit goed genoeg. En ja, blijkbaar werden we niet gezien, als wie we werkelijk zijn. We werden niet gezien in onze essentie, maar alleen als afspiegeling van wat de anderen op ons projecteerden hoe we hoorden te zijn.

En blijkbaar zijn we in de loop der jaren er zelf in gaan geloven. Hebben we ons ermee geïdentificeerd, zijn met deze overtuigingen versmolten. Maar hoe krijgen we dit nu dan weer uit ons systeem? Hoe kunnen we terugkeren naar onszelf, wie we in wezen zijn? Hoe kunnen we het retourtje nemen?

Stap een is voelen, naar binnen voelen. Wat voel ik eigenlijk zelf? Hoe zie ik me eigenlijk zelf? Hoe zie ík de dingen eigenlijk? En als we die antwoorden hebben, er voor te staan. Ervoor uit te komen. Er precies zo te mogen zijn zoals we zijn. Niet verdraaid voor iemand anders, of een maatschappij, alleen omdat zij dat misschien van ons verwachten. Dat vraagt moed. Maar deze moed is zo de moeite waard! Want als je dit durft, ben je vrij. Dan leef je je eigen leven. En als dan iemand naar je kijkt, dan ben je trots op wie je bent. En straal je dit uit en geef je de ander nog een cadeautje ook. Want als je jezelf neemt zoals je bent, neem je ook de andere persoon zoals die is.

Durf jij jezelf te laten zien?

Overgave


Ik hou van dansen. Dansen is voor mij de expressie van mijn gevoel of gemoedstoestand op de golf van de muziek. Het is complete overgave en opgaan in het moment. De ervaring van het dansen is vaak ekstatisch, soms zelfs mystiek.

Als ik met iemand samen dans, dan gebeurt er iets magischs. De twee energieën verbinden zich op de een of andere manier met elkaar, en de creatie van de dans ontstaat uit de verbinding zelf. In de geïmproviseerde dans zijn er geen regels, geen afspraken. Dus wat is hetgeen, waar de beweging uit ontstaat? Uit de manier van verbinden. Zo ontstaan er synchrone bewegingen, of de overdracht van een gevoel, vaak zonder met die persoon ooit een woord gewisseld te hebben. Dat vind ik zo fascinerend!

Bij de dans tussen man en vrouw (of twee mensen, die zich tot elkaar aangetrokken voelen) komt er nog een dimensie bij, en dat is de dimensie van het verlangen, de erotiek, de sensualiteit, ja zelfs seksualiteit. Op het moment van openheid ontstaat er direct een intieme verbinding. Intimiteit is voor iedereen iets anders, en het is heel belangrijk, dat de grens van elk van de twee gerespecteerd wordt. Dat is eigenlijk de basisvoorwaarde voor echte overgave in veiligheid. En als dat respect er eenmaal is, is wederom alles mogelijk. Want overgave is grenzeloos, en dat is juist de veiligheid. Klinkt misschien heel tegenstrijdig, maar zo ervaar ik het elke keer opnieuw.

Overgave en seksualiteit liggen heel dicht bij elkaar. Wij mensen hebben deze twee aan elkaar gekoppeld. Maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn.

Blijkbaar zijn wij zo gewend, ons hart alleen te openen voor iemand, waar we een liefdesrelatie mee hebben of aan willen gaan. Ik beschouw het als een vorm van verwaarlozing, dat we verleerd hebben, ons over te geven aan het moment, aan het leven, en aan de persoon waar we op dit moment mee omgaan. Overgave is leven. Want als we ons overgeven, ontvangen we ook overgave. En dat is juist, wat we zo graag willen. Dan zijn we in verbinding. Dan vallen alle muren, dan zijn we gelijk. Je zou het liefde kunnen noemen. Dat betekent niet, dat we met iedereen, waar we liefde voor voelen, meteen moeten gaan trouwen. Of dat we met iemand, waar we vol overgave mee dansen, meteen naar bed moeten gaan. Nee. Overgave is gewoon het gewaarworden van de heiligheid van het moment, van de liefde, die in alles aanwezig is. Het is een gevoel in het hart. Overgave is, dit waanzinnig mooie gevoel met anderen te delen. Zonder consequenties, gewoon. Dat is leven.

Herken je dat gevoel van overgave? Wat zijn de momenten van overgave in jouw leven?


Stilte in het hoofd


Gisteren was het eindelijk mooi weer en voor het eerst dit jaar kon ik naar mijn strandje. Ik vind het heerlijk om me op te laten laden door de zon en me één te voelen met de natuur en de aarde. Dan kom ik innerlijk helemaal tot rust en kom ik weer makkelijker in contact met de dingen, die er wérkelijk toe doen. En met mezelf.

En terwijl ik zo heerlijk lig en geniet, hoor ik het gekwebbel van de andere mensen. En hoe stiller het in mij wordt, hoe harder het gekwebbel van de anderen lijkt te worden. Er komen dan vragen in mijn hoofd zoals: 'Waarom moeten mensen eigenlijk zo hard praten?', net alsof iedereen dit zou interesseren, of 'Waarom moeten mensen eigenlijk überhaupt praten, als de stilte van de natuur toch al zo veel vervulling geeft?'

Toen ging ik iets beter luisteren. Niet naar de verhalen of de woorden, maar naar de intentie. Ze praatten niet eens mét elkaar. Ze vertelden hun verhalen, zonder echt in gesprek, in uitwisseling, in verbinding te zijn. De een vanuit frustratie, de ander vanuit alles weten en nog iemand anders vanuit niet gehoord worden.

Waarom vinden wij mensen het eigenlijk zo moeilijk, om in stilte bij elkaar te zijn? Het praten lijkt wel een soort verslaving. De stilte is gevuld met de schoonheid van de natuur, de rijkdom van het moment, het voelen van wat er werkelijk aanwezig is op dit moment. En ook de diepe verbinding met elkaar; en met de bomen, het water, de lucht, de zon, met alles. We zijn één met alles. Deze stilte heeft diepgang en is echt. We hebben niets nodig, om dit te verklaren. Het is er, het goddelijke NU.

Ken jij ook dit gevoel van stilte? Als het gekwebbel in je hoofd tot rust komt? Wat zijn jouw momenten van stilte?